‘Ik vind het een eer dat ik mag gaan.’

Al sinds haar 11de kampt Leonie Verschuur met ernstig psychiatrische problemen. Ze is nu 35. Bijna ieder jaar werd ze opgenomen in een kliniek. Vaak gedwongen. En ontelbaar vaak probeerde ze zichzelf van het leven te beroven. In juni kreeg ze euthanasie. “Ik vind het een eer dat ik mag gaan.”

In het ruime Zuid-Hollandse appartement van Leonie borrelt de waterkoker -‘alle mensen die mij professioneel bezoeken, willen altijd thee’- en staat het vol bloemen. “Best gek. Mensen die mij voorheen meden op feestjes omdat ze mij raar vinden, komen nu langs om afscheid te nemen. Heel bijzonder.” Leonie zit in een stoel met wieltjes. Ze is weer redelijk mobiel. “Ik heb tijden in een rolstoel gezeten omdat mijn benen het door een conversiestoornis plotseling niet meer deden.”

Aandenken

Leonie krijgt over een ruime week euthanasie en ze wil voor die tijd graag haar verhaal doen. “Als aandenken voor mijn ouders. Maar ook zodat anderen het kunnen lezen en mijn leven niet onopgemerkt blijft.” Het leven van Leonie is een aaneenschakeling van psychoses, opnames, isoleercellen, medicatie en wanhoop. “In groep 8 hoorde ik al stemmen en zag ik dingen die andere kinderen in mijn klas helemaal niet zagen.” In eerste instantie wordt de diagnose borderline gesteld. Tegenwoordig wordt de ziekte van Leonie schizofrenie met paranoïde trekken genoemd.

Als het in de brugklas van het VMBO misgaat, de 13-jarige Leonie snijdt zichzelf, krijgt ze een speciaal rooster zodat ze de hele dag op school is en goed in de gaten kan worden gehouden. Haar eigen ouders hadden daar de energie niet voor. Zij waren al hun tijd kwijt aan een zwaar verslaafde en agressieve zoon. Na een IQ-test wordt Leonie doorverwezen naar het speciaal onderwijs. En daar gaat het echt mis. “Ik moest daar leren klokkijken. Dat kon ik in groep 3 al! Dat maakte mij heel boos en opstandig.” De huisarts grijpt in en verwijst haar door naar de polikliniek kinder- en jeugdpsychiatrie van het Sophia Kinderziekenhuis in Rotterdam. Daar krijgt zij allerlei onderzoeken en beginnen de eerste experimenten om te ontdekken welke medicatie haar het beste helpt. Droog: “En dat medicijn of therapie is er nu nog steeds niet. Niets werkt.”

Herrie

Als Leonie psychotisch is, hoort ze stemmen die haar zeggen dat ze zichzelf kapot moet maken. Dat neemt ze in haar waan heel letterlijk. Ze stond meermaals op het spoor. Sprong voor de metro, en dwaalde verdwaasd rond op de snelweg. “Het is een wonder dat ik er nog ben.” Ze vertelt dat ze eens een hartstilstand kreeg terwijl ze elektroshocktherapie kreeg. “Ik heb tot nu toe alles overleefd. Daar maak ik mij wel zorgen over. Stel je voor dat de euthanasie ook mislukt. Ik heb daar nachtmerries over.” Ik vraag haar wat er gebeurt als het misgaat in haar hoofd.

Zelfportret

“Als ik psychotisch word, zie ik de werkelijkheid niet meer. In mijn hoofd is het dan een enorme herrie. Er wordt geschreeuwd dat ik dood moet. Ik ga dan keihard met mijn hoofd tegen een muur bonken. Of zoals laatst, met een hamer op mijn hoofd slaan. Ik verlies iedere controle.” Ondanks de enorme lijst met medicijnen die ze slikt, breken de psychoses er met regelmaat toch doorheen. En dat betekent politie, ambulances, naar de intensive care van een ziekenhuis en vervolgens een vrijwillige of gedwongen opname in een psychiatrische kliniek. En dan belandt ze met grote regelmaat in een isoleercel. Iedere keer weer een traumatische ervaring. “Ik heb alle instellingen in Nederland ten zuiden van Utrecht in de afgelopen twintig jaar wel gezien.”

Ze vindt de hulp die ze in alle klinieken kreeg teleurstellend. “Ik voelde mij vaak niet serieus genomen.” En ze voelde zich vaak onveilig. Verschuur werd twee keer verkracht terwijl ze in een beschermde omgeving zat. “Ik heb beide keren aangifte gedaan, maar dat is op niets uitgelopen. Beide zaken werden geseponeerd. Naar mijn gevoel heeft de politie mij nooit serieus genomen omdat ik een psychiatrisch patiënt ben.”

Als Leonie in 2014 ook nog in een rolstoel belandt, vindt ze het mooi geweest. Ze neemt contact op met de toenmalige Levenseindekliniek en gaat in gesprek over euthanasie. “We hebben tot 2016 met regelmaat gesprekken gehad. In die twee jaar deed ik ook heel veel oefeningen en had ik een dieet waardoor ik af begon te vallen en weer kracht in mijn benen kreeg. Toen ik weer kon lopen, heb ik het euthanasietraject on hold gezet.”

Afscheid

Door corona kreeg ze een enorme terugval. “De structuur van het vele sporten viel weg omdat de sportscholen en zwembaden dicht gingen. En juist die structuur hield mij uit de kliniek. En hoewel ik toen ook elektroshocktherapie kreeg en heel veel pammetjes -slaapmedicatie en kalmeringsmiddelen- slikte, kreeg ik toch weer psychoses.”

Het was haar moeder die na een zoveelste zelfmoordpoging zei dat ze liever had dat Leonie op een mooie manier afscheid van het leven zou nemen dan op een manier waarbij zij zichzelf heel veel pijn zou doen. “En ze zei ook dat het mijn ouders’ pijn zou verzachten als we voor mijn dood nog afscheid konden nemen van elkaar.” Daarop neemt Leonie weer contact op met Expertisecentrum Euthanasie. Want zelf is ze ook helemaal klaar met ‘de herrie in haar hoofd’. “Er is geen leven mogelijk met mijn hoofd. Ik maak mijzelf kapot. Na iedere psychose is er weer iets stuk in mijn brein. Ik kan mij steeds moeilijker concentreren.”

Ze vertelt dat ze slecht slaapt. En weinig energie heeft. Haar ouders wonen in de buurt en daar drinkt ze iedere dag koffie als ze aan het einde van de ochtend wakker wordt. Twee keer per week komt er een vrijwilliger die een rondje met Leonie en haar hondje Mira wandelt. “Dat hebben mijn ouders via een persoonsgebonden budget geregeld.” Het is vooral familie die ze ziet. “Ik heb geen vrienden. Alleen familie en bekenden komen bij mij langs.”

Als ik mijn spullen pak en weg wil gaan, drukt Leonie mij een plastic mapje met uitgeprinte A4-tjes in de hand. “Hier, een afscheidsbrief en verhalen die ik de afgelopen jaren schreef om duidelijk te maken wat er in mijn hoofd gebeurt. Lees maar. Dan snap je dat ik echt al heel lang niet meer wil.” De acht pagina’s maken duidelijk dat de 35-jarige op is. Niet meer kan. Ze weet dat ze gemist gaat worden. En sommigen pijn zal doen. Maar het idee dat het eindelijk rustig gaat worden in haar hoofd weegt niet op tegen dat verdriet. “Ik wil euthanasie niet verheerlijken, maar ik ben blij dat ik mag gaan. Ik ben uitgestreden.”

 

Tekst: Marloes Elings. © Expertisecentrum Euthanasie.

Geplaatst op Fotografie: Maartje Geels